“Onze ambities met waterstof gaan verder ...”
7 juni 2018
Tijdens de opening van het waterstoftankstation was Knut Schwalenberg van AkzoNobel Specialty Chemicals volstrekt helder over de verdere kansen voor waterstof in Delfzijl.
“Dit tankstation en deze bussen zijn het startpunt. Ze vormen een noodzakelijke basis om de transitie van energie en chemie mogelijk te maken. Als AkzoNobel Specialty Chemicals hebben we kennis van het hoe en wat van waterstof, maar beseffen dat het vervangen van olie en gas lastig is. Dat vraagt om nieuwe processen en technologie.”
Productie
Schwalenberg maakte duidelijk dat AkzoNobel aan het ‘terugrekenen’ was. “Wanneer we in 2050 CO2-neutraal willen zijn, dan moeten we in 2030 al het nodige hebben bereikt. En beginnen we nu met waterstofbussen en een tankstation en straks met het plan, samen met Gasunie, voor de productie van waterstof. Wij zijn hier en op andere locaties al bezig met het investeren in de toekomst van morgen.”
Kleine speler
AkzoNobel beschouwt waterstof als onderdeel van een kernactiviteit. “Waterstof is voor ons niet nieuw en we doen het niet alleen. We werken samen met de wetenschap, de landbouw, Groningen Seaports en met overheid en politiek. Onze ambities gaan verder dan dit station en deze bussen. Van mobiliteit, via energie op weg om met waterstof een wezenlijke bijdrage voor de industrie te leveren, bijvoorbeeld om de keten in Delfzijl te versterken.”
Voortrekkersrol
De topman van AkzoNobel Specialty Chemicals doelde daarmee op azijnzuur, verkregen uit landbouwproducten. “Dat is een interessante route om de productie van monochloorazijnzuur te vergroenen. Uit oogpunt van CO2-reductie zou dat een wezenlijke bijdrage betekenen. Met privaat-publieke samenwerking kunnen we écht ingrijpende veranderingen maken. Het begint hier in Delfzijl, maar het houdt hier niet op!”