“Bevindingen uit de inspectie van 2018 waren grotendeels opgevolgd, geadresseerd of opgelost. In één geval vergde dat meer tijd dan we hadden voorzien en uiteraard komen wij daar op terug”, aldus Peter de Jong, verantwoordelijk manager voor de beide chemische fabrieken.

Agendapunten waren onder andere de planning van noodsituaties, veroudering (Ageing Assets) met in het bijzonder vermoeiing, passieve brandbeveiliging, drukapparatuur en het managen van wijzigingen. “Onze documentatie van de Voorstellen tot Wijziging, een gestructureerd goedkeuringsproces voor wijzigingen aan het productieproces, vonden ze goed. De Inspectie had vertrouwen in de daadwerkelijke afhandeling en beoordeling, maar vond de aantoonbaarheid op specifieke onderwerpen mager. Er is geen twijfel over onze uitvoering, maar men ziet graag een verbeterde onderbouwing in bepaalde risicobeoordelingen”, aldus De Jong.

De Inspectie gaat zich hierover beraden of dit wellicht een overtreding wordt.

Voor de overige agendapunten werden enkele kleinere verbeterpunten vastgesteld. “Onze dienstdoende wachtchef kreeg complimenten voor zijn prima verhaal over het omgaan met noodscenario’s. Goed en gedreven waren de woorden die de Inspectie bezigde.”

De formele rapportage wordt medio oktober verwacht.